Isaiah 6

Dan zullen de mensen eindelijk hun gouden en zilveren afgoden afdanken en voor de ratten en de vleermuizen gooien 1in een overhaaste vlucht naar de rotsholen en bergspleten, om te ontkomen aan de verschrikkelijke glorie en majesteit van de Here, wanneer Hij opstaat om de aarde te bestraffen. 2Stel toch geen vertrouwen in de mens, klein als hij is en afhankelijk van zijn ademhaling. Hij stelt niets voor! 3

Het oordeel van God

4God, de Here van de hemelse legers, zal de voedselvoorraden en de watervoorraden van Jeruzalem en Juda uitputten 5en hun leiders doden. Hij zal hun legers, rechters, profeten, oudsten, 6legeraanvoerders, zakenlieden, advocaten, magiërs en waarzeggers vernietigen. 7De koningen van Israël zullen kinderen lijken en met willekeur regeren. 8Er zal totale anarchie heersen. Men zal elkaar vertrappen, buren zullen buren bestrijden, de jongeren zullen in opstand komen tegen ouderen en nietsnutten zullen fatsoenlijke mensen belachelijk maken.

9In die dagen zal een man tegen zijn broer zeggen: ‘Jij hebt een mantel, wees daarom onze leider en neem deze puinhoop onder je hoede.’ 10‘Nee!’ zal hij antwoorden. ‘Ik kan jullie niet uit het slop halen! Ik heb geen eten of kleding. Je moet mij niet tot leider maken!’ 11Israëls regering is machteloos en Juda kan niets doen, omdat zij in woord en daad tegen de Here zijn opgestaan en Hem niet willen vereren, zij beledigen openlijk zijn glorie. 12De uitdrukking op hun gezichten getuigt tegen hen en laat zien dat zij schuldig zijn. Zij spreken onbekommerd over hun zonden, net als men in Sodom deed, zij schamen zich er zelfs niet voor. Het loopt slecht met hen af, maar het is hun eigen schuld.

13Maar met de rechtvaardige en godvrezende man gaat het goed, een grote beloning staat hem te wachten.